Na defungeren hoeft de gerechtsdeurwaarder geen privé jaarstukken meer in te leveren bij het BFT. Wanneer diens gerechtsdeurwaarderspraktijk (het kantoor) niet wordt voortgezet, maar tussentijds – voor het einde van het boekjaar – wordt beëindigd, dient die jaarrekening schriftelijk, voorzien van de verklaring van een accountant, aan het BFT te worden opgestuurd.