Tot 25 juli 2018 gold er een vrijstelling voor het cliëntenonderzoek bij specifieke cliënten zoals particulieren met een eenvoudige IB-aangifte. Deze vrijstelling is vervallen. Daarvoor in de plaats is in de wet opgenomen dat een vereenvoudigd cliëntenonderzoek mogelijk is bij cliënten (of transacties) met (naar hun aard) een laag risico op witwassen (of financieren van terrorisme) (artikel 6, lid 1 Wwft). U zult per cliënt een inschatting moeten maken van het risico, daarbij ten minste rekening houdend met de in bijlage II bij de vierde anti-witwasrichtlijn genoemde risicofactoren. Cliëntenonderzoek is altijd van toepassing. Identificeren en de identiteit verifiëren is derhalve noodzakelijk, doch bij een laag risico zal dit beperkt kunnen blijven tot bijvoorbeeld het opvragen van een kopie van een identiteitsbewijs (bij een natuurlijk persoon) dan wel een KvK-uittreksel (bij een rechtspersoon). Indien u een particuliere cliënt heeft waarbij u meer vraagtekens heeft omtrent de juistheid van het inkomen, of indien er anderszins aanleiding bestaat dat er mogelijk sprake is van een verhoogd risico op witwassen (dit geldt ook bij fiscale fraude) zult u verscherpt cliëntenonderzoek moeten uitvoeren.