Naast de algemeen geldende verplichtingen geldt voor de gerechtsdeurwaarder artikel 3a van de Gerechtsdeurwaarderswet. Dit artikel verplicht de gerechtsdeurwaarder die een opdracht ontvangt tot het verrichten van een ambtshandeling waarbij de gerechtsdeurwaarder er redelijkerwijs rekening mee moet houden dat het verrichten daarvan in strijd is met de volkenrechtelijke verplichtingen van de Staat hij de minister van die opdracht in kennis stelt. De minister kan de gerechtsdeurwaarder aanzeggen dat die ambtshandeling in strijd is met de volkenrechtelijke verplichtingen en dat de gerechtsdeurwaarder daartoe niet bevoegd is. Op grond van deze bepaling kan ook gemeld worden de situatie dat er reeds eerder een ambtshandeling is verricht waardoor nu nog geld wordt geïncasseerd of door u wordt gehouden. Tenslotte kunnen andere situaties worden gemeld waarbij u redelijkerwijs potentiële schending vermoedt of daar twijfel over heeft. Meldingen kunnen gedaan worden aan de Minister van Justitie en Veiligheid, Afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken van de Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden (bron: KBvG).