Het beroep inzake een boete en een aanwijzing die het BFT heeft opgelegd en gegeven aan een administratiekantoor is ongegrond verklaard. Het betrof overtredingen van de monitoringsverplichting, het uitvoeren van een verscherpt cliëntenonderzoek en het (onverwijld) melden van 4 ongebruikelijke transacties.

Gezien het feit dat de cliënt van het administratiekantoor een PGB gefinancierde instelling betrof had het administratiekantoor extra alert moeten zijn en had zij om meerdere redenen een hoger risico op witwassen moeten onderkennen en de transacties (onverwijld) moeten melden bij de FIU-NL. Ook is het administratiekantoor gewezen op haar eigen verantwoordelijkheid om aan de verplichtingen op grond van de Wwft te voldoen en is door de rechter bevestigd dat zij hierbij niet mocht varen op de controle die de Belastingdienst aangaande de cliënt had uitgevoerd.

ECLI:NL:RBROT:2022:923